
Het terras van het Dordtse Centre Ville blikkert in de zon. De serveerster die mijn espresso brengt weet het ook. Aan de overkant van de straat kijken de bronzen Johan en Cornelis de Witt toe hoe het meisje behendig een parasol opendraait. Johan en Cornelis hebben zelf nooit een parasol nodig. Het standbeeld lijkt zichzelf te overschaduwen waardoor Johan altijd in het donker zit en Cornelis, die weliswaar staat, toch niet van plan lijkt het licht aan te doen. Nu goed, als je nagaat wat de broers allemaal hebben meegemaakt, vinden ze de luwte misschien wel fijn.
'Wilt u deze stoel opzijschuiven? En deze ook graag. En als u nou toch bezig bent, dan die tafel ook maar een beetje en deze ook. Dank u. Hè, hè, ik zit. Nou ja, ik zat natuurlijk al, want je kan nou eenmaal niks anders in deze gekke groene scootmobiel. Ik haat hem, maar het is mijn enige mogelijkheid om ergens te komen.'
Door al dat geschuif met het terrasmeubilair zit ik wel weer deels in de zon, maar de vrouw en haar rollende fauteuil bevinden zich nu totaal in de schaduw en dat is het belangrijkste. Ik wil namelijk niet nogmaals haar achteruitsteekmanoeuvres meemaken. Alsof ze mijn gedachten kan lezen zegt ze: 'Zo'n scootmobiel vind ik een onhandig gevaarte. Zie je die plaatjes met die schildpad en die haas? Daar regel je de snelheid mee, de schildpad is langzaam en de haas is snel. Soms vergis ik me. Kun je je voorstellen dat ik meer dan zestig jaar een rijbewijs heb gehad en in auto's reed met vijf versnellingen? Nooit een centje pijn. Tegenwoordig weet ik het verschil niet meer tussen een schildpad en een haas. Zeg, ze komen hier toch bedienen of moet ik het binnen gaan bestellen?'
Ik spring als een haas overeind om de serveerster te halen.
'Ken je dat?' De vrouw in de scootmobiel wijst naar voren. 'Het standbeeld van de gebroeders De Witt?' gok ik. 'Nee, ik bedoel die panden op de Groenmarkt. Och kind, daar kon je me vroeger vaak vinden. Dat was toen een uitgaansgebied. Waar nu de bibliotheek is, zat vroeger Americain.' Ze zucht bij de gedachte. 'Alleen al die naam vonden wij als Dordtenaren werelds klinken. Het leek op de naam van een sjiek hotel of een schouwburg. Americain had vroeger qua interieur zeker wat van die Amerikaanse allure. Er was een restaurant en ze verhuurden zalen. Links daarvan zat dancing De Groene Kar. Iets minder van naam, maar dat gaf niet. Als jongelui hebben we er de vloer kaal gedanst. Als je niet op tijd thuis was, kwam je vader je halen. Wij stonden daarom om de beurt op de uitkijk. Dan riep iemand: Ans, je vader! en dan rende ik weg. Terwijl mijn vader aan de voorkant naar binnen ging, klom ik uit het achterraam en ging als de wiedeweerga naar huis. Tegen de tijd dat mijn vader thuiskwam, zat ik al op de bank. Als ik eraan terugdenk, lijkt het drie eeuwen geleden.'
'Misschien toch niet', zeg ik en wijs op haar groene scootmobiel. 'Dit kan ook De Groene Kar zijn.' Haar lach davert over de Visbrug en verandert in een vette hoest die doet vermoeden dat in haar tasje niet alleen zestig jaar lang een rijbewijs zat, maar ook de nodige sigaretten.
Ze maakt aanstalten om te vertrekken en rommelt aan het stuur van de scootmobiel. Als ze me gedag zegt fonkelt de ondeugd van vroeger in haar ogen. Ik kijk naar de snelheidsknop. Haas.
Caty's Column staat vanaf september 2025 in De Plusser, de krant voor de 50-plusser. De special De Plusser wordt uitgegeven door Dordt Centraal, verschijnt iedere twee maanden en richt zich op mensen van zo ongeveer 50 jaar en ouder. In tegenstelling tot weekkrant Dordt Centraal, is De Plusser geen huis-aan-huiskrant, maar kun je hem meenemen bij meer dan tachtig afhaalpunten in de Drechtsteden. Klik hier voor een afhaalpunt in je buurt.