Lees hier de 8-delige verhalenserie Wie vermoordde Alida op de Merwekade?

Het feuilleton Wie vermoordde Alida op de Merwekade? speelt zich af in de jaren twintig van de vorige eeuw. Het fictieve vervolgverhaal is gesitueerd in Dordrecht en heeft daardoor leuke herkenningspunten voor wie de stad kent. Maar de serie is uiteraard ook heel goed te volgen voor alle andere lezers en zelfs voor mensen die nog nooit van Dordrecht hebben gehoord. Al zal die laatste groep niet groot zijn.

Wie vermoordde Alida op de Merwekade? is geschreven door Caty Groen en verscheen eerder als feuilleton 'Zomer in Middeldorp 1928' in verschillende huis-aan-huiskranten.

Feuilleton: Wie vermoordde Alida op de merwekade

 


 

18 augustus 2021

Wie vermoordde Alida op de Merwekade? (1)

Wie vermoordde Alida op de Merwekade? is geschreven door Caty Groen en verscheen als feuilleton 'Zomer in Middeldorp 1928' in verschillende huis-aan-huiskranten.

Deel 1

Clara zat verslagen aan de keukentafel. Wat haar zojuist werd verteld ging haar verstand te boven. Haar handen rustten in haar schoot en ze staarde voor zich uit. 'Hoe bestaat het,' zei ze tegen niemand in het bijzonder.

Willem genoot en keek triomfantelijk de tafel rond. Eindelijk had hij iets belangrijks te vertellen, hingen ze ook eens aan zijn lippen. Hij, Willem Verschoor, eenvoudig winkelier te Dordrecht, had gewichtig nieuws. Er werd naar hem geluisterd, ze wilden alles weten. Het naadje van de kous, de hoed en de rand.
Hij kon het niet tot in de finesses te vertellen, maar dat was niet zo belangrijk. Wat hij niet precies wist, fantaseerde hij erbij. Voornaamste was dat hij succes boekte. En succes had hij.

Clara Maas, kokkin in het grote burgemeestershuis, kon het niet geloven. En Mientje, het daghitje, durfde niet aan de keukentafel te gaan zitten. Ze stond roerloos naast het aanrecht.
Barend en Sientje zaten hand in hand. Het echtpaar werkte al jaren bij burgemeester jonkheer Von Franckenvoort en ze bewoonden het kleine huisje in de enorme achtertuin van het voorname huis aan de Kuipershaven in Dordrecht.
Barend keek naar Sientje die witjes naar de blank geschuurde keukentafel tuurde en nog geen woord had gezegd. Hij maakte zich zorgen om zijn vrouw. Hoewel ze nooit erg mededeelzaam was, had ze al die tijd nog geen woord uitgebracht.
Clara was de eerste die probeerde structuur in haar hoofd te krijgen en vroeg: 'Zeg nou nog eens precies waar ze is gevonden?'
Blij van dienst te zijn gaf Willem Verschoor antwoord. 'Op de Merwekade, net voorbij de Hoefijzerstraat en de kolenloods. Ze lag pal naast het vrijersbankje, achterover met haar armen wijd. Ze is neergestoken met een broodmes zo groot als...als...'
Koortsachtig zocht Willem naar geschikt vergelijkingsmateriaal en hij maakte aanstalten om zijn handen een flink eind uit elkaar te houden.
Clara, ineens helder, stond op. 'Nu moet je niet gaan overdrijven Willem. Een broodmes is een broodmes en geen zeis en ik denk dat we nu allemaal wel toe zijn aan een vers bakkie.'
In de politiepapieren stond dat in de vroege morgen van 13 juli 1928 het levenloze lichaam gevonden was van de 27-jarige Alida de Jong. Naast haar lag een bebloed mes.

De Merwekade © Regionaal Archief Dordrecht

Lorrenboer Stoffel, al vroeg op pad naar het Papendrechts veer met een handkar vol spullen, had Alida de Jong zien liggen en kreeg de schrik van zijn leven. Hij liet de kar staan en liep op een holletje naar Politiepost 3 naast de Groothoofdspoort. Buiten adem had hij zo hard op de deur gebonkt dat de zelfs de buren naast de politiepost slaapdronken hun hoofd uit het bovenraam staken.
Veel later, toen hij wat was gekalmeerd, liep Stoffel naar zijn vriend Willem Verschoor van de potten- en pannenwinkel in de Wijnstraat. Zowel Willem als Stoffel dreven een ietwat onduidelijke handel in tweedehands spulletjes. Verschoor verkocht in zijn winkel huishoudelijke artikelen zoals zinken emmers, borstels, dweilen en zeepkloppers. Maar in het schuurtje achter de winkel vond vaak nog andere handel plaats van artikelen waar Stoffel voordelig aan kon komen. Het was tamelijk onschuldig allemaal, zolang vrouw Verschoor er maar geen lucht van kreeg want dan had je de poppen aan het dansen.
Haarfijn had Stoffel bij Willem uit de doeken gedaan hoe hij Alida, die keurige juffrouw, hartstikke morsdood had gevonden. 'Een mes man, niet te geloven zo groot! En haar ogen, wijd opengesperd alsof ze verbaasd was.'
Dat Stoffel vreesde nooit meer te kunnen slapen van die ogen, vertelde hij er niet bij. Vurig bad hij dat de dode ogen van Alida de Jong hem niet tot in lengte van dagen zouden achtervolgen.
Willem Verschoor kon bijna niet wachten tot Stoffel weer weg zou gaan en hij zelf de buurt op kon om het nieuws te verspreiden.

Clara zag haar vaak op het drukke Scheffersplein als er markt was en ze boodschappen ging doen

Later die dag schudde kokkie Clara nogmaals het hoofd. Die juffrouw Alida, wie had gedacht dat ze op zo'n rare manier aan haar eind zou komen? Ze kende Alida de Jong oppervlakkig, had haar altijd een onbeduidend grijs muisje gevonden. Knap gezichtje, dat wel, maar verder eigenlijk nietszeggend. Clara zag haar vaak op het drukke Scheffersplein als er markt was en ze boodschappen ging doen. Juffrouw Alida was dan op weg naar de juwelierswinkel op de Voorstraat waar ze de administratie deed in het kleine kantoortje achter de winkel. Achter de toonbank zag je haar niet vaak. Aan het einde van de middag wandelde ze weer terug en verdween in haar huisje onderaan aan de Mattenkade. Zo ging het dag in dag uit.

Wijnhaven © Regionaal Archief Dordrecht

Juffrouw Alida was in Zwijdrecht geboren, maar dat wist bijna niemand. Ze was voor iedereen een grijze juffrouw op weg naar haar werk en een grijze juffrouw die terugkwam van haar werk. Niets op aan te merken, niets bijzonders.
En die juffrouw was nu doodgestoken gevonden aan de Merwekade. Naast het vrijersbankje nog wel. Het vrijersbankje werd zo genoemd omdat er al heel veel stelletjes op die plek verkering kregen. Wie een eindje langs de havens ging wandelen, sjans kreeg en op het vrijersbankje ging zitten was vrijwel zeker van een verloving na verloop van tijd. Het vrijersbankje was er beroemd om. Helemaal geen plek voor juffrouw de Jong, vond Clara.

Einde deel 1 van 8